top of page

Merlin (I)

 

Inmiddels zijn al wat Kayak albums deze blogpagina’s gepasseerd. Opvallend genoeg echter ontbrak tot nu toe het eerste grote ambitieuze, en algemeen (naast 'Royal Bed Bouncer') meest gewaardeerde Kayak-project: 'Merlin' (en uiteraard 'Merlin- Bard of the Unseen').

 

Velen- lees: hh en dd critici- zagen in dat album destijds de terugkeer van Kayak naar de progressieve of symfonische rock, een genre dat we door de jaren heen steeds meer zouden hebben ingeruild voor een 'commercieler' en 'poppier' geluid. Ik begrijp de redenering, hoewel ik die niet helemaal deel. Het grootste verschil met de albums daarvoor (voor zover een dergelijke vergelijking in zijn algemeenheid al te maken zou zijn) is voor mij het feit dat er een verhaal werd gebruikt als basis voor een verzameling van, toen nog,  vijf liedjes, die in afzonderlijke setting op geen enkel voorgaand album uit de toon zouden zijn gevallen- maar die nu, bijelkaar gevoegd en onder één noemer gebracht, een zekere meerwaarde kregen. Iets dergelijks hadden we inderdaad nog nooit gedaan. Wel hadden we tekstueel al wat geexperimenteerd door legendes of mythes als basis te nemen voor een nummer (zoals Phantom of the Night en Daphne) maar aan zoiets nog nooit een hele plaatkant gewijd. En er lag inderdaad muzikaal-thematisch verband tussen het eerste en laatste nummer, maar voor de rest? Ik kan zo tien nummers noemen van albums voor 'Merlin' die muzikaal niet hadden misstaan op deze ‘terugkeer’ naar onze muzikale wortels. Wat ik bedoel is: zo heel veel verschilt 'Merlin' eigenlijk niet van ons overige repertoire, zij het dat de kwaliteit van de songs wellicht gemiddeld wat hoger lag- maar ook dat is subjectief.

 

Het idee om van de Merlijn/Arthur legendes een muzikaal verhaal te maken ontstond in het vliegtuig van Los Angeles naar Amsterdam tijdens het lezen van de Merlin-trilogie van de Engelse schrijfster Mary Stewart. Het kan ook op de heenweg geweest zijn, dat staat me niet meer bij, want zoals bekend breng ik dat soort reizen niet in geheel ontspannen toestand door. Genoemde inspiratiebron keert dan ook regelmatig herkenbaar terug in de teksten. Maar veel meer dan een vogelvlucht door de legendes rond de vroeg-middeleeuwse tovenaar en de mythische koning Arthur kon het natuurlijk niet worden, met slechts ca. 22 minuten tot onze beschikking (zoveel paste er destijds immers op een LP-kant). We hadden er voor kunnen kiezen om er een hele plaat aan te wijden, maar om de een of andere reden vonden we dit wel een mooi afgerond geheel en kwam het daar gewoon niet van. Waarschijnlijk hadden we voor zo'n onderneming ook gewoon wat meer tijd en ervaring nodig gehad. En misschien dan tevens wel meer verschillende lead-vocalisten, maar we dachten destijds nog niet serieus in de richting van een echte rock-opera, met allerhande toeters, bellen en een cast van meerdere 'personages'.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De meeste van de Kayak-blogs worden opgeleukt door min of meer vermakelijke anekdotes, maar ik kom al schrijvend tot de ontdekking dat ik voor wat betreft 'Merlin' wel heel diep in mijn geheugen moet graven om iets grappigs te vinden. Artistiek gezien was die periode misschien een hoogtepunt, maar de band zelf begon toch al wel ernstige ontbindingsverschijnselen te vertonen die in niet geringe mate werden bevorderd door allerlei zakelijke perikelen onder 'leiding' van onze ooit zo vrolijk/maniakaal begonnen manager. Deze gleed in zorgwekkend tempo af naar een wereld vol twijfelachtige connecties met alarmerende gewoontes. Wij waren te braaf en te argeloos om werkelijk te beseffen waarmee en met wie Hirschland op het laatst allemaal van doen had, en hoe hij zijn hobby’s financieerde, maar met muziek had het weinig meer te maken. Die glijpartij eindigde tenslotte- ruim nadat Kayak was gestopt- in Suriname, waar hij in de jaren tachtig de "zaakwaarnemer" van rebellenleider Ronnie Brunswijk werd en in die hoedanigheid dan ook regelmatig in de jungle is gesignaleerd. Inderdaad, met hem in de buurt was het nooit saai.

 

Terug naar het album. De co-productie was weer in handen van Gerrit Jan Leenders, die ook onze eerste drie albums had geproduceerd. GJ was nooit wars van een experimentje (het draaiorgel op 'Mammoth' was bijvoorbeeld zijn idee) en een van die experimentjes betrof ditmaal de eindmix: de gehele 'Merlin'-kant is een fractie 'gespind', zoals dat in  vakjargon heet. Door de tape van de mix een beetje sneller af te draaien kwam het geluid wat frisser en energieker uit de speakers. Alle audio klinkt dus een klein beetje sneller (en daarmee ook hoger) dan de oorspronkelijke opnames. Niet dramatisch veel, want als je niet oppast klink je al gauw als Mickey Mouse aan de speed, maar toch, als je het eenmaal weet...Overigens waren we daarmee niet echt de eersten: ook Abba scheen dat vaak te doen (en met het bekende succes- voor ons weer de aanleiding die techniek ook eens uit te proberen).

 

Omdat we geen hele LP zouden vullen met ons epos hadden we derhalve nog een LP-kant over, en die kwam vol te staan met 'gewone' nummers waarvan 'Seagull' de single werd- het zou onze laatste single-hitparade notering ooit worden (tenzij alsnog van hogerhand wordt ingegrepen). Die tweede LP-kant wordt in de meeste kritieken nu juist weer zo ongeveer het slechtste genoemd van wat we ooit uitgebracht hebben en het heeft veler verbazing gewekt dat deze twee kanten deel uitmaakten van hetzelfde album, gespeeld door dezelfde groep. Nou ja, misschien was niet alles even geslaagd, en de bedenkingen bij ‘Boogie Heart’ kan ik me nog wel een beetje voorstellen, maar zo erg was het nu toch ook weer niet.

 

Merlin (II)

 

Fast forward naar 2002: we hadden inmiddels een mooie herstart met 'Close to the Fire' maar een wat minder flitsend vervolg daarop achter de rug, en ik had mijn twijfels over het maken van nog eens zo'n 'gewoon' liedjes-album: het moest iets bijzonders worden, waarmee we als band verder konden. Duikend in ons eigen verleden, en met inmiddels wat ervaring bij het maken van theater-producties in de tas, kwam het idee op om 'Merlin' nieuw leven in te blazen door de legende rond Merlijn en koning Arthur verder uit te werken. Dus veel nieuwe muziek, die wel naadloos zou moeten aansluiten bij het origineel, en het liefst met orkest. Het moest groots aangepakt worden en we wilden ons daarmee meteen richten op een wat breder publiek, dat vroeger de popzaaltjes bezocht maar tegenwoordig eerder in de comfortabelere theaterstoelen was te vinden. Met de band het theater in- als je er over nadacht, zou het eigenlijk een hele logische stap zijn in onze ontwikkeling.

 

Edoch, om het echt goed te doen, moest er in de buidel getast worden: gelukkig wilde ons (toen nog) platenlabel en boekingskantoor ProActs die sprong in het diepe wel met ons maken. Niet dat het budget erg veel ruimte overliet: zo moest er van alles geleend worden (de kostuums bijvoorbeeld kwamen voor een groot deel uit de kelder van Jeugdtheater Hofplein vandaan) en mocht de rest ook weinig kosten- zeker als je dat afzet tegen andere, gelijksoortige theaterproducties. De kunst was natuurlijk om het er niet zo uit te laten zien, en ten dele zijn we daar, wonder boven wonder, nog in geslaagd ook. Maar ten dele ook bepaald niet en dat is bij een zo ambitieus project dan weer jammer.

Via mijn contacten bij theatergroep Opus One kwamen we aan drie dansers, die het spektakel op het podium moesten verlevendigen. Hoewel dit sommige danslustige fans weliswaar tot enthousiaste imitaties in de zaal inspireerde, was niet iedereen uit onze aanhang even gecharmeerd van deze nieuwigheid: we waren daarmee de grens overgegaan van wat voor een 'normale' rockband, zelfs al wordt 'ie symfonisch genoemd, acceptabel was- het ging een beetje teveel op 'kunst' lijken, misschien.

 

Maar dat wilden we juist: een grens overgaan, of beter: doen vervagen. We waren de mening toegedaan dat het orkestrale/theatrale dat in onze muziek zat, zich prachtig kon vermengen met het zowel in muziek als in tekst en dans uitbeelden van een de fantasie aansprekend verhaal zoals dat van Merlin. Maar goed, we beseften ook wel wat de kans groot was dat, juist omdat het hier en daar ontbrak aan genoeg geld om het er serieus uit te laten zien, het effect van die toevoeging juist tegengesteld en lachwekkend zou kunnen worden- iedereen die Spinal Tap's 'Stonehenge' kent, zal begrijpen wat ik bedoel. En nog heb ik, als ik de video bekijk, het gevoel dat het allemaal te dichtbij de praktische werkelijkheid staat. De prestaties van de dansers zijn formidabel, maar de camera is onverbiddellijk, en verbant de droom, alleen al door de context en belichting vaak zonder pardon naar het rijk der goede bedoelingen. Op de foto's van de shows ziet het er dan weer veel indrukwekkender uit en komen die goede bedoelingen dichter bij de droom.

 

Pim's ervaring als stem-acteur kwam prachtig van pas: hij sprak op indrukwekkende wijze de verbindende teksten in tussen de nummers, die verduidelijkten waar we zaten in het verhaal. Die overgangen werden visueel weer opgeleukt door videobeelden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Feitelijk kwamen we ook wat vocalisten tekort, maar meer mensen inhuren zat er financieel gewoon niet in: de rollen van Guinevere en Lancelot (in ‘Friendship and Love’), een niet onbelangrijk onderdeel van de dramatiek rond Arthur, werden ook gedaan door Cindy en Bert, die zich voor de rest bezig hielden met de personificaties van Morgan LeFay en Merlin. Dat lukte op zich prima, alleen was het qua omkleden achter het podium soms nogal hectisch- er werd riskant gebalanceerd op de rand van het logistiek mogelijke. Zo moest je niet links het podium afgaan om er dan achter te komen dat de kledij die hoorde bij je volgende nummer rechts hing. Het eerste couplet van 'Friendship & Love' hebben we wel eens (ik meen dat Deventer de eer te beurt viel) geheel en al zonder Lancelot gespeeld- die stond namelijk in de coulissen te foeteren omdat hij zijn outfit niet op tijd aankreeg. We konden echter niet wachten, omdat we nu eenmaal met een tape en een clicktrack speelden, waarop verschillende orkestpartijen stonden- en die draaide gewoon door, Lancelot of niet. Stoppen midden in een nummer omdat Arthur's kampioen problemen had met zijn uitrusting behoorde niet tot de opties.

 

Los van een hoop zakelijke en praktische hindernissen (inherent aan verreweg de meeste theaterproducties overigens, niet alleen de onze) werden we ook nog eens geconfronteerd met wat andere hobbels op de weg: niet iedereen bleek namelijk alle optredens te kunnen doen. In de meeste gevallen was dat ruim van tevoren aangekondigd en prima geregeld. Cindy werd regelmatig vervangen door Monique vd Ster, die later in Nostradamus als Catharina de 'Medici haar geheel eigen plek vond.

 

In het geval van Bert lag dat aanzienlijk lastiger: onze eigen ti-ta-tovenaar bleek op dezelfde avond dat wij in Roosendaal werden verwacht met Kayak, ineens ook de nationale tv-voorrondes te moeten doen voor het Eurovisie Songfestival. Daar kwam nog bij dat, wanneer hij verhoopt of onverhoopt de finale zou halen, hij de week daarop naar Moskou zou moeten afreizen, terwijl wij dan in Carre zouden staan om de toer af te sluiten. Merlijn kon veel, maar tegen deze logistieke spagaat viel niet op te toveren: er moest toch echt een tijdelijke vervanger worden gevonden. Die kwam dan ook in de persoon van, we weten het inmiddels, Edward Reekers. Hoewel deze de oorspronkelijke Merlin-versie uit 1981 had gezongen, was dat natuurlijk wel een enorme tour-de-force voor hem. Hij moest in korte tijd alles instuderen, en zich ook nog houden aan de podiumregie: waar hij op- en weer afmoest, wie waar stond, enzovoort. Eigenijk alles waar wij weken mee bezig waren geweest. Daarbij kwam, dat hij de laatste jaren niet overdreven vaak meer op de buhne had gestaan, dus het was even wennen. De hernieuwde samenwerking verliep echter dermate goed dat het er toe leidde dat Edward bij ons volgende waagstuk, Nostradamus The Fate of Man, de rol van de verteller, de monnik, op zich nam en uiteindelijk Bert Heerink, na diens plotselinge vertrek, vanaf de Kayakoustic tour helemaal verving als leadzanger.

Ook Rob Vunderink was een keer verhinderd: wederom bood Edward hier uitkomst door nu voor hem in te springen. En zo is Edward nu dus de enige die alle mannelijke hoofdrollen (Merlin, Mordred, Lancelot) van 'Merlin' live heeft gezongen- en dat terwijl hij niet eens bij de opname van 2003 betrokken was....

 

Het hele project liep uit op een van de hoogtepunten uit de carriere van Kayak: we kregen de kans om Merlin integraal uit te voeren voor zevenduizend man, samen met een heus symfonie-orkest in volledige bepakking en een stuk of acht dansers. Kijk, dat begon erop te lijken! Het spektakel vond plaats in Ter Heijde aan Zee, in een speciaal gebouwde arena tussen de duinen. Helaas ontbreekt een goede video-registratie- dom, dom dom. Ook konden we een paar extra vocalisten inhuren (speciaal voor ‘Friendship and Love’) en dat werden niemand minder dan Bobby Kimball van Toto en Petra Berger, de zangeres waarmee Pim Koopman als producer begin deze eeuw flinke successen had behaald met een mengeling van pop en klassiek, en die nog niet zo lang geleden een mooie Italiaanse versie opnam van 'Ruthless Queen'.

Uiteindelijk kwam er ook een DVD van (onze eerste), die helaas in het begin werd ontsierd door een enorme productiefout: op de leader na (oftewel het intro met het logo van de maatschappij) was het geluidsniveau bedroevend zacht en dynamiekloos, en het stereo bleek ook nog eens mono te zijn. De drums waren daarbij zo’n beetje allesoverheersend in de mix. In een nieuwe editie werd dat euvel wel hersteld, maar toen bleken ineens alle titels ruim een minuut te zijn opgeschoven- en omdat we inmiddels bij herziene versie 5 (!) waren aangekomen hebben we het toen maar zo gelaten. Desondanks ging er toch nog iets mis, en- hoe kan het anders- het ging weer eens over geld.

 

Onenigheid tussen de regisseur en de eigenaar van de dvd-studio over het afgesproken aantal studio-dagen leidde ertoe dat laatstgenoemde besloot een flink aantal van Irene en mijn prive opgenomen video-tapes, die we ter beschikking hadden gesteld voor de productie, gewoon maar niet terug te geven- tot de betwiste rekening door de maatschappij (of door wie dan ook) zou worden voldaan. Men begrijpt, naar die studio zijn we niet meer teruggegaan en die video’s liggen er denk ik nog steeds. Hopelijk heeft de man nog veel plezier beleefd aan onze vakantie-opnames die daar ook tussen zaten, dan is het offer tenminste niet voor niets geweest.

 

Het relatief grote succes van ‘Merlin’ smaakte naar meer, en optimistisch gestemd begonnen we na te denken over het volgende project dat ons weer- en nu definitief- naar de theaters moest brengen. Een project waarin we een brug wilden slaan naar de toekomst (omdat we de 'ziener' Nostradamus als onderwerp namen was dat dus eigenlijk dubbel op), en waarmee we onze muzikale en theatrale aspiraties nog meer konden ontplooien. Een nieuwe koers voor de band, dat was ongeveer het idee. Met ‘Nostradamus’ moest dat gebeuren.


Ton

 

PS Hoe dat afliep: de blog over Nostradamus heb ik al eerder geschreven: hier kun je hem downloaden (in verband met de lengte van het document).

bottom of page